Vanmorgen begonnen we de dag met een heerlijk ontbijtje, vooral om die “gratis” was. Met volle magen en liepen we richting de boot. Dit was tog een betere overnachting dan onze vorige lokatie. Gelukkig hadden we ons zaakje goed op orde, we wisten precies waar we moesten zijn. Geen gedwaal of gestuntel, nee, gewoon in één rechte lijn door naar de terminal. En wat een mazzel: de boot lag al klaar, alsof hij speciaal op ons had gewacht.
Eenmaal aan boord begon het circus meteen. We werden ongeveer honderd keer aangesproken met de standaard riedel: “Wil je wat kopen? Eigen hut misschien?” Nee, bedankt, wij hadden andere plannen. We banjerden door naar de “lounge” op de eerste verdieping, waar we tot onze verbazing nog een paar vrije stoeltjes vonden. Score! Stel je er niet te veel van voor, kapotte stoelen, nogal smerig, geen verf weer op de vloer maar er hing een soort van airco, al was het meer een laf briesje dan een poolwind. Maar het meest opvallende bleef toch de parade van verkopers die werkelijk álles aan de man probeerden te brengen. Van goedkope souvenirs tot twijfelachtige snacks. En deze keer was er ook nog een kerel die kneiterhard vals stond te zingen. Serieus, het leek wel alsof hij een experiment deed: hoe lang houden mensen dit vol voordat ze betalen om hem stil te krijgen? Spoiler: wij hielden het vol.
We wisten wat ons te wachten stond: vijf uurtjes varen naar de overkant. Geen probleem, want het weer was prachtig rustig. Ideaal om een beetje weg te suffen, een film te kijken, muziek te luisteren of gewoon een rondje te lopen. Dat is trouwens best grappig aan zo’n boot. Je mag bijna overal komen en rondneuzen. Voor de meeste een avontuur, voor Jeroen vooral een déjà vu naar zijn werk.
Na vijf uur varen kwamen we eindelijk aan. Tijd voor onze kortingskoning Daan om te schitteren. Afdingen voor een taxi? Piece of cake voor hem. Maar eerst moesten we wat eten scoren, want onze magen begonnen te protesteren. Dus hup, naar de supermarkt voor een snelle boodschap, en daarna met een, dankzij Daan, betaalbare taxi richting de boot. Het eindstation was een plaatsje vlak bij het eilandje waar de Challenger ligt. Vanaf daar werden we met een lokaal bootje naar de haven gevaren. Eindelijk weer thuis! Maar oei, toen we de boot zagen… die had duidelijk een flinke schoonmaakbeurt nodig. Vooral de romp en de waterlijn schreeuwden om een schoonmaak beurt. Daar hadden we natuurlijk geen tijd voor gehad toen we terug kwamen. In Australië durfde we niet echt het water in om alles goed schoon te maken ivm de krokodillen en de gevaarlijke prikkende kwallen. Zeker wel 30 cm groene aangroei op de gelcoat, gelukkig is de antifouling nog goed en hebben we daar weinig tot geen aangroei. Dat wordt nog wat met schoonmaken en poetsen.
We sloten de dag af met een hapje in het restaurantje aan de wal en daarna was het chillen op de boot. Want laten we eerlijk zijn: van al dat reizen word je toch een beetje gaar. Nu liggen we languit, met de zee op de achtergrond, en denken we: morgen zien we wel weer. Maar eerst: die romp. Of nou ja, misschien overmorgen.
Daan & Jeroen
Reacties
Een reactie posten